De 9 grootste knelpunten bij zorg voor cliënten met een vervuild huishouden
- 30 juni 2021
- Nieuwsbericht
- Richtlijnen en protocollen
- V&VN Algemeen
Overal stapels met spullen en niet voldoende schoongemaakt. In de wijkverpleging krijg je als verzorgende of verpleegkundige te maken met cliënten met vervuilde huishoudens. Hoe ga je daarmee om? In de dagelijkse praktijk blijkt dat we tegen een aantal problemen aanlopen. Renate Verkaik (46), nu leerling wijkverpleegkundige bij Careyn in Utrecht, onderzocht vanuit Nivel de knelpunten. “Door heel haar huis lagen stapels met boeken en potten witte bonen in tomatensaus met een laag stof erop.”
De meest voorkomende problemen zijn vastgelegd in een knelpuntenanalyse. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen organisatorische knelpunten, zorginhoudelijke knelpunten en kennishiaten.
Organisatorische knelpunten
- Weinig samenwerking tussen organisaties
- Belemmeringen vanuit het zorgstelsel
- Weinig samenwerking vanuit organisaties voor wijkverpleging met andere organisaties in zorg, welzijn en wonen
Renate: “Bij cliënten met vervuilde huishoudens zijn meestal verschillende organisaties betrokken. Vaak hebben deze mensen ook psychische problemen, een licht verstandelijke beperking of verslaving. Er zijn dan meerdere organisaties in beeld, maar die werken weinig samen. Zo kwamen we met ons team bij een cliënt voor wondzorg. Door heel haar huis lagen stapels met boeken en potten witte bonen in tomatensaus met een laag stof erop. Daardoor kan er niet goed worden schoongemaakt, ook al is er huishoudelijke hulp.
Daarnaast heeft de cliënt contact met een psycholoog en een financieel adviseur. Maar al die betrokken organisaties zijn vaak alleen bezig met hun eigen gedeelte. Zonde, want als je samenwerkt help je cliënten beter. Ook kan het verstandig zijn om andere organisaties te raadplegen. Ik weet dat sommige gemeenten, zoals Utrecht, een checklist hebben om te bepalen hoe vervuild een woning is. Je kunt hun contacten gebruiken en samen een plan maken.”
Zorginhoudelijke knelpunten
- Terughoudendheid in het inschakelen van andere organisaties
- Onduidelijkheid over juist werkwijze in een vervuild huishoudens
- Werk van de wijkverpleging is niet goed uitvoerbaar
- Taakgericht werken door de wijkverpleging
- Situatie roept veel emoties op bij de wijkverpleging
“Bij een andere cliënt kwamen we om te zwachtelen. Hij had een vervuild huishouden en stelde daarom voor om de handeling buiten te doen. Waarom we niet meteen het vervuilde huishouden aanpakten? Mijn collega wilde eerst zijn vertrouwen winnen. Heel belangrijk, want soms wil iemand geen hulp uit schaamte. Of ze vinden het bemoeienis. Maar je kunt ook in goed overleg met de cliënt hulp inschakelen.
Buiten zwachtelen is voor sommige collega’s een oplossing, maar anderen zetten daar hun vraagtekens bij. Ben je technisch nog goed bezig? Is het wel hygiënisch? Diezelfde vraag komt ook naar boven op het moment dat er bij een cliënt bijvoorbeeld geen schone handdoeken te vinden zijn of uitwerpselen van huisdieren op de grond liggen. Als er een mantelzorger betrokken is, dan is zoiets vaak wel op te lossen. Maar bij cliënten met vervuilde huishoudens zien we meestal juist dat die ontbreken. En dat is dan onderdeel van het probleem.
Wat ook voorkomt, is dat er geen tijd is – of wordt genomen - om erop te letten of een cliënt zijn of haar huishouden wel kan runnen. Collega’s met een taakgerichte houding - ‘Ik kom alleen om te zwachtelen’ – zullen een vervuild huishouden eerder negeren. En dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Naast de grotere kans op infecties, kan er bijvoorbeeld sneller brand uitbreken.”
Kennishiaten
- Ontbrekende kennis en vaardigheden bij de wijkverpleging over vervuilde huishoudens, mogelijke oorzaken en zorgmijding
“Zelf initiatief nemen of eerst vertrouwen winnen en dan aankloppen bij organisaties om een vervuilde woning aan te pakken? En hoe ga je om met cliënten die absoluut niet geholpen willen worden? Voor veel professionals in de wijkverpleging zijn het lastige vragen. Het is daarom zinvol om meer te weten over de mogelijke oorzaken, zoals een depressie of verslaving. Dat betekent niet dat elke zorgverlener een ggz-deskundige hoeft te worden, maar het zou helpen als er tijdens de opleiding meer aandacht voor is.”
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.