Dit staat in het Integraal Zorgakkoord over ziekenhuiszorg
- 21 september 2022
- Nieuwsbericht
- Integraal Zorgakkoord
- V&VN Algemeen
V&VN heeft het Integraal Zorgakkoord (IZA) getekend, een samenwerkingsplan dat tussen 2023 en 2026 moet zorgen voor meer passende, preventiegerichte, duurzame en gedigitaliseerde zorg in ons land. Maar wat ga je hier als zorgprofessional van merken? Voorzitter Bianca Buurman beantwoordt in een korte serie vragen hierover. Te beginnen met de ziekenhuiszorg.
Waarvan denk jij nou dat verpleegkundigen in ziekenhuizen zeggen ‘He, he... dat helpt ons echt’?
“Eén van de afspraken is dat de administratieve last omlaag gaat. Onze leden hebben in meerdere peilingen aangegeven dat ze het heel vervelend vinden om continu met vragenlijsten bij de patiënten aan het bed te staan. Dat ze die tijd liever besteden aan de zorg voor de patiënt. Verpleegkundigen in ziekenhuizen zullen beduidend minder uren per week hoeven te besteden aan het invoeren van gegevens. Het streven is bijvoorbeeld dat als een patiënt vanuit de wijkzorg of de huisarts naar het ziekenhuis wordt verwezen, de gegevens in de toekomst digitaal worden overgedragen.”
Dat is lekker concreet. Nog een paar voorbeelden?
“Het wordt makkelijker om een specialistische vervolgopleiding te doen, zoals de oncologie, IC, SEH, geriatrie of de dialyse en het wordt gemakkelijker om over te stappen tussen specialisaties. Dat kan door CZO flexlevel, waardoor je met deelcertificaten van de ene specialisatie naar de andere kan overstappen. Dat was er al in de acute zorg, maar dit wordt dus uitgebreid. Dit biedt meer loopbaanperspectief voor verpleegkundigen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt dat verpleegkundigen tijd en ruimte krijgen om een opleiding of (na)scholing te volgen ín de werktijd. Ook staat in het akkoord zwart op wit dat autonomie en zeggenschap voor onze beroepsgroep van groot belang is. Dat wil zeggen dat zorgprofessionals meebeslissen over wat nodig is om het vak goed uit te oefenen. Dat kan op je afdeling of bijvoorbeeld via het verpleegkundig stafbestuur.”
Staat in IZA dat er geen nieuwe verpleegkundigen bij mogen komen?
“Absoluut niet. Het streven is juist om de instroom van het aantal professionals in de directe zorg te laten groeien door op te leiden en ze te behouden. Juist daarom zijn in IZA de bovenstaande afspraken gemaakt om het werk aantrekkelijker te maken. In het akkoord staat wel dat voor de gehele zorg geldt dat er niet meer personeel bij kan omdat de zorg dan onbetaalbaar wordt. Daarmee wordt vooral bedoeld dat er geen lagen met managers bij moeten komen. Voor de directe zorg geldt juist: hoe meer hoe beter!”
Gaat er geld naar verpleegkundigen in de ziekenhuizen?
“In IZA staat dat 48 miljoen wordt geïnvesteerd in een verpleegkundige kennisimpuls. Dat betekent dat er wordt gekeken hoe nieuwe kennis zó kan worden toegepast dat de zorg goed of nog beter is én up-to-date. Dit geld was er eerst alleen voor de wijk, nu ook voor de ziekenhuizen. Dit wordt vastgelegd in nieuwe kwaliteitsstandaarden en richtlijnen. Stel: een patiënt komt naar het ziekenhuis voor een hartoperatie. Die moet je voorbereiden op de ingreep. Maar hoe doe je dat eigenlijk het best? In die richtlijnen wordt beschreven welke aanpak werkt en welke niet of minder. En ook: hoe bepaal je dat en met wie?”
In het IZA is ook iets vastgelegd over marktconforme lonen. Om in de zorg een marktconforme loonontwikkeling te kunnen bieden, geeft de overheid ieder een jaar bijdrage voor de loonontwikkeling (OVA). Uit de miljoenennota blijkt dat het om een jaarlijks bedrag van 700 miljoen euro gaat. Op deze manier is het mogelijk voor de werkgevers om de professionals in de zorg een loonontwikkeling te bieden die vergelijkbaar is met de rest van Nederland. Door ondertekening van het IZA beloven zorgverzekeraars deze overheidsbijdrage door te geven aan de werkgevers en zorgaanbieders met wie zij een contract sluiten.
Hoe staat de IZA-vlag ervoor als het gaat om de acute zorg?
“Daar heb ik nog wel zorgen over. In het zorgakkoord is nog niet beantwoord hoe de acute zorg georganiseerd wordt en of alle locaties van de Spoedeisende Hulp (SEH) open blijven. Als locaties moeten sluiten, heeft dat enorme consequenties voor (gespecialiseerde) verpleegkundigen op bijvoorbeeld de IC-afdelingen of de verloskunde-afdelingen. Moet dat personeel dan naar een ander ziekenhuis om de noodzakelijke zorg te verlenen en: willen ze dat wel? Daarom is het belangrijk dat wij bij de uitwerking aan tafel zitten.
In het zorgakkoord staat ook dat er meer nadruk komt te liggen op preventie van opnames van bijvoorbeeld kwetsbare ouderen. Steeds meer regio’s hebben een centraal aanmeldpunt waar gekeken wordt waar iemand het beste opgenomen kan worden. Samenwerking met de acute GGZ, wijk, SEH en ambulance is noodzakelijk.
Zegt het IZA ook iets over de concentratie van de zorg?
“Eigenlijk zijn alle partijen er wel over uit dat het beter is voor patiënten om dáár terecht te komen waar de meeste ervaring is als het gaat om een bepaalde aandoening of ingreep. Dus als een ziekenhuis is gespecialiseerd is in slokdarmoperaties is het beter om daar als patiënt te zijn. Maar als je dat nog verder doorvoert, betekent het dat nazorg ook verder van huis gegeven wordt. Inmiddels zijn er goede netwerken ontstaan. Kijk bijvoorbeeld naar oncologie. De operatie wordt in een academisch ziekenhuis uitgevoerd en de nazorg in een kleiner ziekenhuis dat dichterbij huis is en waar verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten de nazorg doen. V&VN wil graag dat die netwerken blijven bestaan. Het positieve is dat we als beroepsgroep aan tafel kunnen blijven zitten als het gaat om de uitwerking van de concentratie van de zorg.”
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.