'Iedereen werkt zich nu de tandjes'

  • 22 december 2020
  • V&VN magazine
  • Coronavirus
  • V&VN Algemeen
Tweedegolf Header1440x720

Het verschil tussen de eerste en de tweede coronagolf is groot. Dorien Spies en Inge Rinzema werken in de verpleeghuiszorg en zijn blij dat hun bewoners nu wél bezoek kunnen ontvangen, vertellen ze in V&VN Magazine. Maar het vele overwerk maakt het pittig. Op de IC blijft het werk zwaar. Verpleegkundige Leonie is nog moe van de eerste golf en moet dagelijks discussies met patiënten aangaan over of het virus wel echt bestaat. “Heel frustrerend.”

In het Ikazia ziekenhuis in Rotterdam wordt iedereen met een coronaverdenking bij binnenkomst getest. “Niet iedereen wil dat”, vertelt Leonie (35). Ze werkt zowel op de IC als op de spoedeisende hulp. “Veel patiënten zeggen dat ze geen corona hebben. Dat het een complot is, een verzinsel. Dan mogen wij praten als Brugman om ze toch te kunnen testen.

‘Was het maar waar’, zeg ik dan tegen ze. Die mensen moesten eens weten welk leed wij op de IC meemaken. Patiënten die worden geïntubeerd en waar geen bed voor is en die vervolgens naar een ziekenhuis in Groningen moeten. Dat is vreselijk voor de familieleden, die weten niet of ze hem of haar ooit nog spreken. Het afscheid bij zo’n bed gaat door merg en been.”

Tekort aan bedden

Tijdens de eerste golf kon alles in het Ikazia, vertelt Leonie. “Collega’s kwamen helpen. Defensie kwam helpen. Als je op de IC stond kreeg je een buddy. Dat is nu anders. Omdat de gewone zorg doorloopt, kunnen we geen beroep doen op collega’s. We hebben veel uitval van zieke collega’s. En alle bedden liggen vol. Ambulances komen aanrijden met patiënten waar we geen bed voor hebben.

Verpleegkundige Leonie
Leonie © Bram Petraeus

Die moet een echo, er zijn ambulances onderweg met nieuwe patiënten en we moeten ook nog eten. Hoe ga ik dat oplossen?

Soms is het moeilijk om een beroep op mijn collega’s te doen. Zij staan dan in beschermende kleding op onze isolatieafdeling. Die kunnen niet snel bijspringen want het kost tijd om alles uit te trekken en weer aan te doen. En in tien minuten kunnen er vijf ambulances aanrijden.”

Billen knijpen

Hoe het is om met weinig mensen te staan? “Ik heb wel gehad dat ik even de billetjes samenkneep. Dan dacht ik: ‘Die moet naar de CT, die moet een echo, er zijn ambulances onderweg met nieuwe patiënten en we moeten ook nog eten. Hoe ga ik dat oplossen?’ Het is een uitdaging om het dan toch te fiksen.

Bovendien merk ik dat ik, net als iedereen, nog moe ben van de eerste golf. We hebben toen keihard gewerkt. We zijn niet echt op vakantie geweest. We zijn helemaal klaar met het virus. Klaar met de maskers, de bril die beslaat, de warme beschermende kleding.”

Dorien Spies
Dorien Spies © Bram Petraeus

Absurde tijd

Voor Dorien Spies (36) was de eerste golf juist het zwaarst. Zij werkt als verzorgende en leerling-verpleegkundige met ouderen met dementie in verpleeghuis Abbingahiem in Leeuwarden. “Toen waren we angstig, we wisten niet wat ons te wachten stond. Het verpleeghuis ging op slot. 

Ik maakte me continu zorgen of ik iedereen wel genoeg aandacht gaf. We zagen bewoners achteruitgaan door het gebrek aan prikkels. Het was een absurde tijd. Heel Nederland zat thuis, maar ik moest doorwerken toen ik hondsverkouden was. En er waren nog geen testen voor het personeel, dus ik wist niet of ik corona had. Ik was bang dat ik mijn kinderen zou besmetten. Nu weten we gelukkig dat kinderen relatief veilig zijn.”

Testen 

De tweede golf is minder zwaar, vertelt Dorien. “We zijn goed voorbereid en we weten dat het virus kan uitdoven als je er bovenop zit.” Noorderbreedte, de organisatie waar Abbingahiem onder valt, heeft een eigen teststraat, waar iedereen terecht kan. De uitslag is er dezelfde dag nog.

“Zodra een bewoner een beetje hoest, of een lichte verhoging heeft, wordt-ie getest en blijft-ie op zijn kamer. Desnoods testen we iemand elke dag.” Tot nu toe is er op de afdeling van Dorien niemand besmet. Maar op twee andere afdelingen is het wel raak. Daar hebben een aantal zorgmedewerkers en een bewoner corona. Door te testen hoopt de instelling het virus in bedwang te houden.  

V&VN Magazine: Inge Rinzema
Inge Rinzema © Bram Petraeus

Kroket voor je neus

Verpleegkundig specialist Inge Rinzema (48) werkt in een verpleeghuis van ZINN (Zorgorganisatie in Noord Nederland) in Haren. De eerste golf ging aan de instelling voorbij. Dat gaf Inge de tijd om levensvragen met de ouderen of hun familie te bespreken. “Ik weet van alle patiënten of ze naar de IC willen als ze covid krijgen of niet. En ik weet wat ze blij maakt en waar ze aan hechten.”

Belangrijk om te weten, nu de tweede golf het verpleeghuis wel raakt. Inge stond versteld hoe snel het ging. “We gingen in korte tijd van twee naar vijftien zieke bewoners. Veel bewoners hebben dementie, die kan je niet uitleggen dat ze hun handen moeten wassen en afstand moeten houden.”

Saamhorigheid

Medewerkers werden ook ziek. “We zaten al snel met te weinig mensen. Iedereen werkt zich nu de tandjes.” Inge draait nu twee tot drie keer per week een bereikbaarheidsdienst van 24 uur. Dat doet ze normaliter eens in de drie weken.

De saamhorigheid in haar organisatie is groot, vertelt Inge. “Dat helpt je er doorheen.” Er komt hulp uit alle hoeken en gaten van de organisatie: “Receptionisten helpen het secretariaat met de administratie van de testen. En als je geen tijd hebt om te eten, kan het zo maar gebeuren dat er opeens een collega een broodje kroket voor je neus zet.”

Van de steun van de buitenwereld merken we weinig. Er hangt een agressieve sfeer rond het virus.

Poederbrieven

Pauze nemen, schiet er op de eerste hulp van het Ikazia ziekenhuis meestal bij in, vertel Leonie. “Iedereen is druk en de patiënt gaat altijd voor.” Dat het einde niet in zicht is, maakt het moeilijk volhouden. “Als ik zou weten dat ik nog twee maanden moet buffelen en dat het dan klaar is, dan is het duidelijk. Maar je kunt je nergens op instellen, dat maakt het vermoeiend.

We kunnen als collega’s van elkaar op aan, de saamhorigheid is groot. Maar van de steun van de buitenwereld merken we weinig. Er hangt een agressieve sfeer rond het virus. Het ziekenhuis ontvangt nu poederbrieven in plaats van bloemen. Als ik nou wist dat ik nog twee maanden moet buffelen en dat het dan klaar is, dan zou het duidelijk zijn. Maar je kan je nergens op instellen, dat maakt het vermoeiend.” Rond het vaccin zijn nog te veel onzekerheden, vindt ze. “Gaat iedereen dat nemen?”

“We moeten een lange adem hebben”, zegt Dorien. Ze kijkt reikhalzend uit naar de komst van het vaccin. “Onze kwetsbare ouderen zijn als eerste aan de beurt om ingeënt te worden. Dat is een uitkomst, want als er minder zieken zijn, krijgen we de roosters makkelijker rond en kunnen we goede zorg geven.”

Bron: V&VN Magazine 5-2020 | Tekst: Inge Klijn | Beeld: Bram Petraeus

*Van Leonie blijft op haar verzoek de achternaam onvermeld. Die is wel bekend bij de redactie.

Word lid en praat mee!

Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.

Ontwerp Zonder Titel (15)