Zoek de verschillen: m/v
- 4 november 2019
- Nieuwsbericht
- V&VN Algemeen
Het lichaam van een vrouw verschilt dat van een man. Een open deur? Toch vormden mannen lange tijd de ‘standaardmens’ in de gezondheidszorg. Met alle gevolgen van dien: vrouwen kregen vaak een verkeerde diagnose en behandelingen sloegen bij hen niet aan. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor de invloed van sekse op ziekte en gezondheid. “Het is tijd voor personalized medicine. Voor vrouwen én mannen.”
Er komt een vrouw bij de dokter. “Ik heb last van mijn maag en voel me vaak zo bang. Er is iets niet in orde.” Maar de huisarts kan niets vinden. Hij gaat uit van stress en stuurt haar naar huis. Haar hartinfarct wordt gemist. Ze komt eraan te overlijden. Hartproblemen vormen een berucht voorbeeld van het feit dat vrouwen bij dezelfde aandoening vaak andere symptomen benoemen. Een vrouwenlichaam is simpelweg anders dan een mannenlichaam. Menstruele cycli, zwangerschap, de overgang en alle bijbehorende hormoonschommelingen hebben grote invloed op ziekte, welzijn en de werking van medicijnen. Bovendien zijn er behoorlijke genetische verschillen tussen man en vrouw.
Juist daarom werd medisch onderzoek tot ver in de vorige eeuw meestal gedaan onder gezonde mannen tussen de veertig en vijftig jaar. Onderzoekers vonden vrouwen te gecompliceerd, die zouden de onderzoeksresultaten vertroebelen. Maar daardoor klopten die resultaten vaak niet voor vrouwen. Het gevolg daarvan zie je bijvoorbeeld terug in het feit dat vrouwen 60 procent meer kans hebben op bijwerkingen van geneesmiddelen.
Ouder, maar zieker
Nog wat feiten: vrouwen worden gemiddeld een paar jaar ouder dan mannen: hun levensverwachting ligt nu op 83 jaar. De keerzijde is dat vrouwen zo’n twintig jaar in matige tot slechte gezondheid leven, terwijl dit voor mannen gemiddeld vijftien jaar is. Zeker na de overgang neemt de kans flink toe op (ouderdoms)ziekten, zoals hart- en vaataandoeningen, osteoporose en depressiviteit. ‘Men die quicker, but women get sicker’, zo luidt een kernachtige samenvatting.
Het ziekteverzuim en de zorguitgaven zijn ook beduidend hoger voor vrouwen. Mede daardoor komt er nationaal en internationaal steeds meer aandacht voor vrouwspecifieke zorg. Of het nu gaat om diagnostiek, behandeling, begeleiding of scholing op dit vlak.
'Hartproblemen bij vrouw te vaak miskend als stress'
“Als een vrouw bij je komt die doodsangst heeft, dan is dat áltijd een belangrijk symptoom. Ook al heeft ze verder vage klachten.” Zegt Anneke Compagne-de Jong, verpleegkundig specialist cardiologie.
Toen ze ooit als verpleegkundige op de afdeling cardiologie van het ziekenhuis begon, werd het nog afgedaan als ‘flauwekul’ en ‘vrouwengezeur’. Hoezo zou je vrouwen anders behandelen dan mannen? “De eerste hoogleraar cardiologie voor vrouwen in Nederland, Angela Maas, werd toen nog hard uitgelachen”, vertelt Anneke. “Gelukkig is er intussen wel wat veranderd. Want hartproblemen zijn bij vrouwen echt anders.”
Een hartinfarct bij een man ontstaat door een verstopping in de kransslagader. Dat leidt tot pijn op de borst, die erger wordt bij inspanning. Anneke: “Jongere vrouwen hebben oestrogenen, hormonen die lijken te beschermen tegen ontstekingen en cholesterol, en die de bloedvaten wijd houden. Het ‘slib’ leidt bij hen niet tot een blokkade, maar ligt over het hele bloedvat verspreid. Meestal krijgen vrouwen een hartinfarct in de vorm van spasmen, waarbij het bloedvat bij vlagen afgesloten raakt. Als het spasme ophoudt, is het bloedvat ook weer open.”
Dat maakt de klachten vager, zegt ze. Vrouwen hebben pijn in hun nek, schouders of bovenbuik. Anneke: “Het lastige is dat dit natuurlijk een onschuldige oorzaak kan hebben. Zo’n vrouw doet een warme sjaal om, denkt na of ze misschien te zwaar heeft getild en wuift het al snel weg als stress. Ik neem het artsen niet kwalijk dat ze zoiets niet direct herkennen. Maar als iemand aangeeft: ‘Ik werd vannacht wakker en dacht, misschien word ik morgen wel dood gevonden’, dan moeten alle alarmbellen gaan rinkelen.”
“Er overlijden meer vrouwen dan mannen aan hart- en vaatziekten! De jonge generatie heeft hier gelukkig al meer van meegekregen in de opleiding. Zij zijn zich ook meer bewust van bepaalde risicofactoren. Zo maakt roken de beschermende oestrogenen kapot. Ook goed om te weten: vrouwen ná de menopauze krijgen dezelfde symptomen als mannen.”
Meer onderzoek naar, en aandacht voor een vrouwspecifieke benadering noemt ze keihard nodig. Het is tijd voor personalized medicine voor vrouwen én mannen.” Haar belangrijkste advies voor verpleegkundigen: “Vraag juist bij vage klachten altijd door. Het kan levensreddend zijn.”
'Van supergoede naar zwarte dagen door hormonen'
“Het heeft me altijd gefascineerd: hoe het gedrag van vrouwen zo extreem kan veranderen onder invloed van hormonen. Daar moet nog veel meer naar gekeken worden.” Vindt Madeleine Schuurmans, die jarenlang werkte als psychiatrisch verpleegkundige en tegenwoordig vrouwen helpt als verpleegkundig overgangsconsulent.
“In de psychiatrie heb ik veel te maken gehad met moeilijke, afdelingsontwrichtende mensen. Vaak waren dat jonge vrouwen met borderline, bipolaire- of persoonlijkheidsstoornissen. Het viel me op dat het regelmatig extra slecht of juist best goed met ze ging. Ik legde al snel een link met hormonen. Want uit mijn eigen leven wist ik hoe je op zekere dagen van de maand van super goede naar zwarte dagen kunt gaan”, vertelt Madeleine. Ze kaartte het intern wel aan, maar vond weinig gehoor. “Zo werd er tien, vijftien jaar geleden gewoonweg niet naar gekeken.”
In de opleiding tot overgangsconsulent leert ze veel meer over de werking van hormonen. Madeleine: “Hormoonbewegingen zijn bij vrouwen een stuk sterker, en daarmee de wisselingen in gedrag. Vanaf de overgang daalt het oestrogeengehalte met maar liefst 80 procent. Bij mannen is het hormoon testosteron rond het zeventigste levensjaar - dus veel later - slechts 20 procent minder. Geen wonder dat je verschil merkt!”
In haar praktijk hoort ze de verhalen van vrouwen die vroeger veel last hadden van PMS (premenstrueel syndroom), zelfs suïcidepogingen ondernamen en nu richting overgang sterk uit balans raken. Veel vrouwen krijgen ook burn-outklachten rond hun veertigste. “Je ‘zen-hormoon’ progesteron vermindert, waardoor je slechter met dingen kunt dealen”, verklaart ze.
'Ik ben niet gek'
Ze heeft een paar adviezen:
- Omdat een vrouw zich niet continu slecht voelt, zal ze minder snel hulp zoeken. Waarschijnlijk legt ze zelf de link ook niet direct met haar hormoonhuishouding. Vraag hier als verpleegkundige dus actief op door.
- Hormonen houd je in balans door goede voeding, zo min mogelijk stress, en genoeg slaap en beweging. Madeleine: “Juist in de psychiatrie is vaak veel stress, waardoor cliënten ook slechter eten en slapen. Heb hier dus extra aandacht voor. Nodig eens iemand uit die voorlichting geeft over de invloed van hormonen of over gezond koken.”
- Bij bepaalde vrouwen kan hormoontherapie uitkomst bieden. “Nederland is hier terughoudend in”, zegt Madeleine. “Maar met bio-identieke hormonen kun je tekorten aanvullen en klachten verminderen. Denk als nuchtere Nederlander niet te snel dat die er nou eenmaal bij horen.”
- Tot slot pleit ze voor meer vrouwspecifieke zorg. “Daarmee voelen vrouwen zich erkend en eindelijk gehoord: ‘Gelukkig. Ik ben niet gek’.”
Bron: V&VN Magazine 6-2019 | Tekst: Angélique van Beers
Vanaf begin 2020 kun je reageren op berichten via het nieuwe verenigingsplatform van V&VN. Wil je nu al een reactie kwijt? Praat mee op social media.
Word lid en praat mee!
Samen met 105.000 leden maken we ons als beroepsvereniging sterk voor professionalisering van de beroepen verpleegkundige, verzorgende en verpleegkundig specialist. Leden horen, zien en helpen; dat is waar we als V&VN voor staan. Wil jij invloed hebben op hoe jouw beroep zich ontwikkelt? Word lid van V&VN.