‘Zorg op kinder-IC moet in álle centra goed blijven’

  • 14 februari 2023
  • Nieuwsbericht
  • V&VN Algemeen
Verpleegkundige Bij Couveuse 3

V&VN stelt randvoorwaarden bij het voorgenomen besluit van minister Kuipers van VWS om de kinderhartchirurgie op termijn te concentreren in Groningen (UMCG) en Rotterdam (Erasmus MC). De beroepsvereniging vindt dat in het genoemde tijdpad van 2,5 jaar actie moet worden ondernomen om ervoor te zorgen dat de twee aangewezen kinderhartcentra beschikken over voldoende verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten.

V&VN-voorzitter Bianca Buurman: “Als Rotterdam en Groningen meer patiënten krijgen, mogen er geen wachtlijsten ontstaan. We kunnen niet verwachten dat verpleegkundigen zomaar meeverhuizen. Dat betekent dat er moet worden geïnvesteerd in het opleiden van kinder-IC-verpleegkundigen. Op dit moment staat een kwart van deze vacatures open, terwijl het Capaciteitsorgaan stelt dat er in de toekomst juist nóg meer kinder(-IC-)verpleegkundigen nodig zijn. We willen absoluut niet dat er uiteindelijk kinder-IC-bedden zijn die niet worden bemand door een personeelstekort en dat daarmee de acute zorg – voor andere kinderen die dit nodig hebben – op de tocht komen te staan. Die garanties moeten er komen vanuit het ministerie.”

De voorzitter zegt dat het om een buitengewoon belangrijke verandering in de zorg gaat. “De zorg op de kinder-IC moet in álle centra goed blijven. Daarom moet ook met aandacht worden gekeken naar onder meer de gevolgen van de kinder-IC-capaciteit op de locaties waar de kinderhartchirurgie verdwijnt, te weten in Leiden en Utrecht. Verpleegkundigen kunnen specifieke vaardigheden verliezen, denk bijvoorbeeld aan het bedienen van de hart-longmachine. Dat mag niet gebeuren. We kunnen met de trend tot concentratie in de zorg nastreven dat bepaalde ingrepen beter verlopen, maar de voor- en nazorg moeten in de andere ziekenhuizen ook goed zijn. De impact van concentratie in de zorg zal goed moeten worden gemonitord.”

Al dertig jaar sleept de discussie over de concentratie van de kinderhartcentra zich voort. Na een impactanalyse van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaf Kuipers de academische centra via de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) opdracht om er zelf uit te komen. Die gaven de opdracht terug, waarop Kuipers bekendmaakte te kiezen voor operaties in Rotterdam en Groningen. Rotterdam onder meer omdat daar de meeste ingrepen plaatsvinden en Groningen omdat regionale spreiding en toegankelijkheid van de zorg belangrijk zijn. Dat betekent niet dat de kinderhartzorg helemaal zal verdwijnen uit Leiden, Utrecht en bij-locatie Amsterdam. Daar zullen controles, afspraken en voor- en nazorgtrajecten blijven plaatsvinden.

De betrokken ziekenhuizen kunnen tot 27 februari reageren op het besluit. Ook moet minister Kuipers nog Kamervragen beantwoorden en zal er een Kamerdebat volgen.

Er moet met aandacht worden gekeken naar onder meer de gevolgen van de kinder-IC-capaciteit op de locaties waar de kinderhartchirurgie verdwijnt.

Bianca Buurman, V&VN-voorzitter

Gerelateerd