Indicatieproces voor mentaal welbevinden

Inhoud

4DKL (VierDimensionale Klachtenlijst)

Tool 4DKL (VierDimensionale Klachtenlijst) (PDF)
Bron/auteur: Terluin (1996).
Doelgroep: Cliënten met psychisch klachten.
Wat kun je ermee: In kaart brengen van klachten en verschijnselen m.b.t. 4 gebieden: distress, depressie, angst, en somatisatie.
Uitkomst: Interpretatie van scores is beschreven.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Beperkt, meerdere (positieve) studies maar alleen door ontwikkelaar. Bruikbaar aldus wijkverpleegkundigen omdat het overzichtelijk 4 probleemgebieden in kaart brengt.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen

 

Observatielijst voor psychosociale problematiek ouderen

Tool Observatielijst voor psychosociale problematiek bij ouderen (PDF)
Bron/auteur: TNO.
Doelgroep: Ouderen.
Wat kun je ermee: Een indicatie krijgen van de psychosociale problematiek (gebieden: angst, depressie, cognitie, eenzaamheid, somatisatie) van de cliënt.
Uitkomst: Een totaalscore en score per probleemgebied.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Beperkt, 1 studie uit 2015. Specifiek ontwikkeld voor thuiszorg.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

MMSE (Mini-Mental State Examination)

Tool MMSE (Mini-Mental State Examination) (PDF)
Toelichting MMSE (Mini-Mental State Examination) (PDF)
Bron/auteur: Follstein (1975). Nederlandse versie: Kok & Verhey (2002).
Doelgroep: Ouderen.
Wat kun je ermee: Screenen op cognitieve problemen.
Uitkomst: Score 0-30, hoe lager de score hoe lager het cognitief functioneren.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Betrouwbaarheid: sterk, validiteit: beperkt.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

Observatielijst Dementie (OLD)

Tool Observatielijst voor vroege symptomen van dementie (OLD)
Toelichting observatielijst voor vroege symptomen van dementie (OLD)
Bron/auteur: TNO (2001).
Doelgroep: Oudere cliënten.
Wat kun je ermee: Signaleren van vroege signalen van (Alzheimer) dementie.
Uitkomst: Het instrument geeft een indicatie van psychosociale problematiek middels een score op 12 indicatoren van beginnende dementie.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Gevalideerd in huisartsenpraktijk. Opgenomen in NHG standaard Dementie.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

Vroegsignalering Dementie

Tool Vroegsignalering Dementie
Bron/auteur: Academisch werkplaats dementie en Van Kleefinstituut.
Doelgroep: Cliënten met signalen van dementie.
Wat kun je ermee: Het signaleringskaartje dient als geheugensteun bij het beoordelen of er sprake is van dementie. Het kaartje kan ook aan de cliënt, mantelzorger of familie gegeven worden.
Uitkomst: Bij aanwezigheid van twee of meer signalen cliënt bespreken met team of huisarts..
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Practice-based.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

General self-efficacy scale

Tool General self-efficacy scale (PDF)
Bron/auteur: Schwarzer & Jerusalem (1995). Nederlandse versie: Teeuw (1994).
Doelgroep: Generiek.
Wat kun je ermee: Een inschatting maken hoe een cliënt omgaat met stressoren/moeilijke situaties in het leven.
Uitkomst: Score 10-40 (item score 1 = volledig onjuist, score 4 = volledig juist). Hoe hoger de score hoe meer self efficacy.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Betrouwbaarheid: sterk, validiteit: conflicterend.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

Pijn coping inventarisatie schaal

Tool Pijn coping inventarisatie schaal
Bron/auteur: Kraaimaat (1997), via fysiovragenlijst.nl.
Doelgroep: Cliënten met pijnklachten.
Wat kun je ermee: De copingstrategieën van cliënten met pijnklachten inventariseren.
Uitkomst: Middels een Excel bestand is een score te berekenen waaruit blijkt of de cliënt met name actieve of passieve coping toepast.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Beperkt (2 van de 3 studies door ontwikkelaar).
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

DOS (Delier Observatie Screening)

Tool DOS (Delier Observatie Screening) (PDF)
Bron/auteur: Schuurmans (2001).
Doelgroep: Ouderen, palliatieve fase.
Wat kun je ermee: De copingstrategieën van cliënten met pijnklachten inventariseren.
Uitkomst: Score 0-13, score: kleiner dan 3 geen delier, 3 of hoger waarschijnlijk delier.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Matig-sterk.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

BDI (Beck Depression Inventory)

Tool BDI (Beck Depression Inventory) (PDF)
Bron/auteur: Beck (1961), in: Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz (co-productie ROS-Netwerk & Trimbos Instituut, 2012).
Doelgroep: Cliënten van 13 jaar en ouder met psychische klachten.
Wat kun je ermee: In kaart brengen van de mate van depressiviteit.
Uitkomst: Score 0-63, interpretatie van score is beschreven in handleiding.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Sterk.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

CSDD (Cornell Scale for Depression in Dementia)

Tool CSDD (Cornell Scale for Depression in Dementia) (PDF)
Bron/auteur: Dröes e.a. (1993).
Doelgroep: Cliënten met matige tot ernstige dementie.
Wat kun je ermee: Beoordelen van depressie.
Uitkomst: Score 0-38, een hogere score is een indicatie voor depressie.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Sterk.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

MADRS (Montgomery Asberg Depression Rating Scale)

Tool MADRS (Montgomery Åsberg Depression Rating Scale) (PDF)
Bron/auteur: Montgomery (1997). Nederlandse versie: Goekoop (jaar onbekend).
Doelgroep: Cliënten met depressie of angst.
Wat kun je ermee: De mate en het beloop van depressie vaststellen.
Uitkomst: Score 0-60. Voor interpretatie van scoring zie: toelichting score (PDF)
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Matig (validiteit) – sterk (betrouwbaarheid).
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

Eenzaamheid

Download de tool Eenzaamheidsschaal (6-item) (PDF)
Bron/auteur: De Jong-Gierveld & Van Tilburg (2008).
Doelgroep: Cliënten waarbij een vermoeden bestaat van eenzaamheid.
Wat kun je ermee: Bij individuele cliënten biedt deze vragenlijst een indicatie in hoeverre de cliënt zich eenzaam voelt.
Uitkomst: Score 0-6. Hoe hoger de score, hoe groter de indicatie voor eenzaamheid.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Wetenschappelijke onderbouwing: De eenzaamheidsschaal is ontwikkeld en gevalideerd voor (bevolkings)onderzoek. Het gebruik van deze vragenlijst wordt aanbevolen in de onlangs uitgekomen richtlijn ‘Eenzaamheid onder ouderen’ (juli 2021).
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

Observatielijst voor psychosociale problematiek bij ouderen

Tool Observatielijst voor psychosociale problematiek bij ouderen (PDF)
Bron/auteur: TNO.
Doelgroep: Ouderen.
Wat kun je ermee: Een indicatie krijgen van de psychosociale problematiek (gebieden: angst, depressie, cognitie, eenzaamheid, somatisatie) van de cliënt.
Uitkomst: Een totaalscore en score per probleemgebied.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Beperkt, 1 studie uit 2015. Specifiek ontwikkeld voor thuiszorg.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

Signaleringskaart eenzaamheid herkennen

Tool Signaleringskaart eenzaamheid herkennen (PDF)
Bron/auteur: Senioren welzijn organisatie (2012).
Doelgroep: Ouderen.
Wat kun je ermee: De lijst beschrijft verschillende signalen m.b.t. sociale contacten, stemming, gedrag, daginvulling, verzorging, lichamelijke klachten en risicofactoren voor eenzaamheid.
Uitkomst: Er is mogelijk sprake van eenzaamheid als de cliënt meerdere factoren en signalen ervaart gedurende langere tijd.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Practice-based.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

RASS Richmond Agitation Sedation Scale - link verouderd

Tool RASS Richmond Agitation Sedation Scale (PDF)
Bron/auteur: Ely (2003).
Doelgroep: Gevalideerd m.n. in kritisch zieke patiënten, onderzoek gericht op ICUs.
Wat kun je ermee: Vaststellen van de mate van bewustzijn (agitatie, sedatie).
Uitkomst: Score +4 tot -5.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Gevalideerd m.n. in kritisch zieke patiënten, onderzoek gericht op ICUs.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

Vragenlijst Rouw

Tool Vragenlijst Rouw (PDF)
Bron/auteur: De Keijser e.a. (1998). Richtlijn rouw: IKNL (2010).
Doelgroep: Cliënten waarbij een vermoeden bestaat van gecompliceerde rouw.
Wat kun je ermee: De criteria voor gecompliceerde rouw in kaart brengen.
Uitkomst: Score 0-116. Bij een score >39 is er sprake van gecompliceerde rouw, bij een score >87 van ernstig gecompliceerde rouw.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: In richtlijn Rouw. Drie studies door dezelfde auteur, positieve uitkomsten.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

Vijf fases van rouwverwerking van Elisabeth Kübler-Ross

Tool Vijf fases van rouwverwerking van Elisabeth Kübler-Ross.
Bron/auteur: Elisabeth Kübler-Ross.
Doelgroep: Cliënten die geconfronteerd zijn met verlies.
Wat kun je ermee: Inzicht krijgen in de verschillende fases van rouw.
Uitkomst: Met behulp van de beschrijving kan ingeschat worden in welke fase een cliënt zich bevindt en kan een gerichte interventie worden ingezet.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: N.v.t.

4DKL (Vier Dimensionale Klachtenlijst

Tool 4DKL (VierDimensionale Klachtenlijst) (PDF)
Bron/auteur: Terluin (1996).
Doelgroep: Cliënten met psychisch klachten.
Wat kun je ermee: In kaart brengen van klachten en verschijnselen m.b.t. 4 gebieden: distress, depressie, angst, en somatisatie.
Uitkomst: Een score per categorie. Interpretatie van scores is beschreven.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Beperkt, meerdere (positieve) studies maar alleen door ontwikkelaar. Bruikbaar aldus wijkverpleegkundigen omdat het overzichtelijk 4 probleemgebieden in kaart brengt.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

General self efficacy scale

Tool General self-efficacy scale (PDF)
Bron/auteur: Schwarzer & Jerusalem (1995). Nederlandse versie: Teeuw (1994).
Doelgroep: Generiek.
Wat kun je ermee: Een inschatting maken hoe een cliënt omgaat met stressoren/moeilijke situaties in het leven.
Uitkomst: Score 10-40 (item score 1 = volledig onjuist, score 4 = volledig juist). Hoe hoger de score hoe meer self efficacy.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Betrouwbaarheid: sterk, validiteit: conflicterend.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

Gesprekskaart ‘Baas over je eigen gezondheid’

Tool Gesprekskaart ‘Baas over je eigen gezondheid’ (PDF)
Bron/auteur: Veerle Wolters & Jeanny Engels (Vilans, 2016)
Doelgroep: Cliënten met een chronische ziekte of beperking.
Wat kun je ermee: De gesprekskaart kan een cliënt ondersteunen bij (de voorbereiding op) een huisbezoek, om verschillende aandachtsgebieden m.b.t. zelfmanagement aan te kaarten.
Uitkomst: Formulering van aandachtspunten, doelen en acties m.b.t. zelfmanagement.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: De inhoud is gebaseerd op diverse onderzoeken en de gezondheidspatronen van Gordon, zie: Kennisplein chronische zorg.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

Handleiding Zorgen voor Zelfzorg

Tool Handleiding Zorgen voor Zelfzorg (PDF)
Bron/auteur: Werkgroep Zelfmanagement (2015).
Doelgroep: Cliënten met een chronische aandoening.
Wat kun je ermee: Leren van tips en ervaringen uit de werkplaats zelfmanagement.
Uitkomst: Kennis vergroting van de zorgprofessional.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Practice-based.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.

 

SMAS-30 (Self-Management Ability Scale

Tool SMAS-30 (Self-Management Ability Scale - verouderd (PDF)
Bron/auteur: Steverink (2005)
Handleiding: Schuurmans (2009).
Doelgroep: (Kwetsbare) ouderen.
Wat kun je ermee: De zelfmanagement vaardigheden van de cliënt meten (zelfrapportage door cliënt).
Uitkomst: Totaalscore en score per subschaal Items 1 t/m 5: Initiatief nemen, Items 6 t/m 10: Self-efficacy, Items 11 t/m 15: Investeren, Items 16 t/m 20: Perspectief, Items 21 t/m 25: Multifunctionaliteit, Items 26 t/m 30: Variëteit. Voor berekenen van totaalscore moeten scores getransformeerd worden, zie voor instructies de handleiding.
Wetenschappe­lijke onder­bouwing: Meerdere (positieve) studies, getest voor het meten van zelfmanagementvaardigheid bij grotere groepen mensen. Nog niet getest voor gebruik bij individuele cliënten.
Referenties wetenschappelijke onderbouwing hulpmiddelen.